Overslaan en naar de inhoud gaan
produits certifiés

Gecertificeerde veiligheid: de strenge normen van de INCERT-certificering versus de Europese normen.

Al jarenlang baseert de INCERT-certificering zich volledig op de bekende Europese normen EN 50131 en 50136. Niettemin is de certificering van INCERT-producten gericht op meer specifieke dwarsdoorsnede-eisen die gemeenschappelijk zijn voor alle producten, evenals aanvullende eisen per productcategorie, waarvoor een nauwkeurige beschrijving is opgesteld.

De eerste dwarsdoorsnede-eis die moet worden benadrukt, is de accreditatie van het laboratorium dat het INCERT-certificaat verstrekt. Op dit moment zijn slechts drie laboratoria geaccrediteerd: het betreft ANPI in België, KIWA in Nederland en IMQ in Italië. Accreditatie geeft aan dat het laboratorium voldoet aan de kwaliteits- en betrouwbaarheidseisen van de tests, waarvan de processen zijn erkend en gevalideerd door een officiële controle-instantie zoals BELAC voor België.

Sabotage vormt een ander belangrijk aspect van de overkoepelende eisen. Deze tests ondergaan een grondige evaluatie en vertegenwoordigen een specifieke deskundigheid binnen INCERT.

INCERT vereist tests voor aanvullende eisen omdat ze ofwel ontbreken in de Europese normen, of omdat het niveau van betrouwbaarheid of vereiste onvoldoende wordt geacht.

Voor de centrale/keypad worden veel van de benodigde functies beschouwd als essentieel voor INCERT, terwijl ze optioneel blijven voor klassen lager dan 3 in de Europese normen.

Enkele voorbeelden zijn onder meer: definitieve uitsluiting van zones door de gebruiker, voldoende beveiliging met betrekking tot codefraude, verbod op activering bij een batterijfout of sabotagefout, verbod op reset van sabotage door de eindgebruiker, ...

De overdracht naar een meldkamer ondergaat ook aanvullende tests. Deze zorgen ervoor dat elk type overgebracht evenement duidelijk en eenduidig wordt overgebracht.

Voor detectoren omvatten tests: controle van de gevoeligheid en detectiebereik, immuniteitstests tegen valse alarmen en detectietests op de grenzen (d.w.z. wanneer ze het detectiegebied binnenkomen).

De aanvullende test voor magnetische contacten controleert of de door de fabrikant verstrekte detectiedrempels overeenkomen met de werkelijkheid van het product.

Dit geldt ook voor het geluidsniveau van sirenes.

Voor INCERT hebben we onze eigen tests moeten ontwikkelen voor de vibratie van schok- en trillingdetectoren omdat de Europese norm alleen betrekking had op het "schok"-gedeelte.

Een ander fundamenteel punt waar elk systeem aan specifieke eisen voldoet, is de batterijautonomie. Door aan de strengste criteria te voldoen, verbetert men het kwaliteitsniveau van de installaties. Dit heeft ook invloed op de grootte van de behuizingen, die aanzienlijk groter zijn dan in andere Europese landen. Hier hebben we ook onze eigen specificaties gemaakt omdat deze niet bestonden in de Europese normen, net zoals voor verbindingskasten.

Op het gebied van systeemvoeding wordt gecontroleerd of de elektrische aansluiting rechtstreeks op de centrale of aanvullende voeding wordt aangesloten om te voorkomen dat een kwaadwillende of onbevoegde persoon de stekker van het alarmsysteem kan uittrekken.

Wat betreft draadloze systemen, waarbij het beheer van batterijen van primair belang is, wordt gecontroleerd of de minimale autonomie van het product gedurende één jaar wordt gewaarborgd en of het signaal voor een zwakke batterij minstens een maand voorafgaand aan de uitval wordt uitgezonden. Twee criteria die niet worden geëvalueerd in de Europese normen.

Hoewel de criteria streng zijn voor producten die specifiek zijn voor beveiliging, zijn er ook mogelijke uitzonderingen in verschillende gevallen. Denk hierbij aan integraties zoals alarm-toegangscontrole. Het gebruik van een badge of toegangscode om een gebouw (of een deel daarvan) te openen, wordt eerst beheerd door het toegangscontrolesysteem, dat deze geautoriseerde actie doorgeeft aan het alarmsysteem om het te deactiveren. Er is geen INCERT-certificering voor het toegangscontrolesysteem, maar een uitzondering wordt geaccepteerd op voorwaarde dat er een gebeurtenisherinnering is die specificeert wie, wanneer en hoe.

Veel producten die niet onder de INCERT-toepassing vallen, zoals buitenbewaking, branddetectie of technische alarmen, kunnen op het alarmsysteem worden aangesloten en kunnen worden vrijgesteld.

Tot slot kan een vrijstelling ook worden overwogen voor producten zonder gecertificeerd equivalent (zoals seismische detectoren) of voor een specifiek verzoek van een specificatie. Deze lange opsomming benadrukt de meerwaarde van de INCERT-certificering ten opzichte van de Europese normen. Daarom is het belangrijk om het INCERT-label op producten te hebben als garantie voor kwaliteit en conformiteit aan de INCERT-merkcriteria.
 

Inlichtingen type
Algemene informatie
Professionele informatie

Al jarenlang baseert de INCERT-certificering zich volledig op de bekende Europese normen EN 50131 en 50136. Niettemin is de certificering van INCERT-producten gericht op meer specifieke dwarsdoorsnede-eisen die gemeenschappelijk zijn voor alle producten, evenals aanvullende eisen per productcategorie, waarvoor een nauwkeurige beschrijving is opgesteld.

Algemeen

Ontdek de animatiefilm

Algemeen

Alleen een INCERT-gecertificeerde installateur is gemachtigd om u een INCERT-conformiteitsverklaring te bezorgen.

Deze verklaring biedt u de garantie dat uw installatie een efficiënte beveiliging biedt tegen diefstal. De verzekeringsmaatschappijen kunnen ook de conformiteitsverklaring raadplegen voor ze dekkingen tegen diefstal toekennen.
 

Beveiliging voertuigen