Overslaan en naar de inhoud gaan

Risicoanalyse: hoe wordt het risiconiveau van een installatie bepaald?

Het risiconiveau wordt bepaald op basis van de conclusies van de risicoanalyse en de eventuele vereisten van de voorschrijvers (verzekeringsmaatschappij, architect, studiebureau, ...). 
Dit zijn de mogelijke risiconiveaus:

  • niveau 1: laag risico
  • niveau 2: matig risico
  • niveau 2+: hoog risico 
  • niveau 3: erg hoog risico
  • niveau 4: maximaal risico

Voor elk risiconiveau legt de technische nota T 015/2 specifieke eisen op voor de installatie van een inbraakalarmsysteem. Hoe hoger het risiconiveau, hoe strenger de eisen.

  • Het theoretische risiconiveau van de te beveiligen locatie, op basis van de risicoanalyse.
  • Het reële risiconiveau van de inbraakbeveiliging die effectief werd geïnstalleerd. Het reële risiconiveau zou moeten overeenstemmen met het theoretische risiconiveau. In sommige gevallen kan het reële risico verschillen van het theoretische risico, als het om budgettaire of stedenbouwkundige redenen niet mogelijk is om het theoretische risico te dekken.
  • De eventuele aansluiting op een alarmcentrale met INCERT-certificaat.